HET CRIMINALISEREN VAN ABORTUS STOPT ABORTUS NIET,
HET MAAKT ABORTUS ALLEEN MINDER VEILIG
HET ONZICHTBARE EMBRYO
(Link naar PDF inclusief afbeeldingen)
Zichtbaarheid als waardeoordeel? Een essay
Oktober 2022.
Bijgaande post is momenteel een kleine hype op Instagram (tot 10-24-2022 goed voor 24.572 likes). “What an early pregnancy looks like: Doctors explain Viral Photos” is de titel.
Ene Dr. Joan Fleischman beweert dat “Het belangrijkste perspectief in de verbeelding en discussie over abortus letterlijk afwezig is”. “Ze zegt dat een embryo pas na negen weken zichtbaar is”, vermeldt een commentaar op Instagram. Dit commentaar laat in ieder geval zien hoe het bericht op internet (Instagram) wordt geïnterpreteerd en begrepen. ‘Onzichtbaarheid’ blijkbaar als argument pro abortus? In ieder geval met de goede bedoeling om de ‘echte werkelijkheid’ van abortus te presenteren in de strijd tegen misinformatie zoals die wordt verspreid door anti-abortus-activisten in de vorm van onheuse beelden?
Ik heb het idee dat hier wetenschappelijk en ethisch toch ook een scheve schaats gereden wordt. Omdat ik niet helemaal begrijp hoe ‘zichtbaar zijn of niet’ of ‘hoe het er echt uitziet’ een overweging pro of contra het aborteren van een embryo zou kunnen zijn, ga ik dat toetsen aan de criteria die ik gewoonlijk hanteer als het gaat om de ‘menswaardigheid’ en/of beschermbaarheid van menselijk prenataal leven.
Ten eerste lijkt mij ‘zichtbaarheid’ of ‘hoe het er echt uit ziet’ een niet ter zake doende categorie als het gaat om de (ethische) statusbepaling van welk levend wezen dan ook. Is een onzichtbaar embryo aborteren minder kwalijk dan een zichtbaar embryo? Of misschien minder belastend voor de uitvoerende arts? Waarom dan? Eén enkele kankercel is ook onzichtbaar maar dat maakt die cel toch niet minder kanker dan een heleboel cellen bij elkaar die een zichtbaar kankergezwel vormen? Ik vermoed dat dr. Fleischman stelling wil nemen tegen de misleidende afbeeldingen die anti-abortus-activisten vaak gebruiken waarbij embryo’s en foetussen van oudere leeftijd (al dan niet misvormd en beschadigd) worden afgebeeld om mensen emotioneel te manipuleren en tegen abortus te motiveren. Maar om dan als tegenargument te gebruiken dat het in de meeste gevallen bij abortus gaat om een embryo dat nog niet eens met het blote oog zichtbaar is (“nog maar heel klein is”), is mijns inzien minstens even misleidend, want een vorm van ogen sluiten voor de werkelijkheid. ‘Onzichtbaar zijn’ is ten enen male geen moreel of ethisch criterium. Bestaat iets niet, heeft iets een andere waarde, als het niet zichtbaar is voor het blote oog en alleen via een microscoop te zien is? Op die manier maak je groot zijn en klein zijn tot een soort van kwalitatieve en morele grootheden. In dit kader is het overigens interessant dat het menselijk embryo van meet af aan (en daarmee bedoel ik dus het zygote-stadium direct na de bevruchting) net boven de zichtbaarheidsdrempel van ongeveer 0,2 mm (zandkorrelgrootte) uit komt. Dat is namelijk de omvang van een menselijk eicel (200 mu) die daarmee een van de grootste cellen in het menselijk lichaam vormt (tussen haakjes: een embryo van 7 of 8 weken is echt wel zichtbaar, hoor).
Ten tweede laat Dr. Fleischman in de betreffende afbeelding vier keer een vruchtzakje zien om kennelijk aan te tonen dat vroege embryo’s niet voor het blote oog zichtbaar zijn. Het kan zijn dat bij de vergroting die ze gebruikt het embryo dat zich in de vruchtblaas bevindt, nog niet zichtbaar is of misschien wel afwezig. Dat hangt er vanaf waar dit materiaal vandaan komt. Is het van een abortus of van een spontane miskraam? Het kan heel goed zijn dat het vruchtzakje ‘leeg’ zijn en het embryo er in te gronde is gegaan. Ik vermoed overigens dat ook Fleischman denkt dat vruchtzakken dus kennelijk niet tot het embryo behoren. Daarmee is zij in het gezelschap van de grote meerderheid van gynaecologen en heeft zij net als dezen niet begrepen dat het menselijk embryo (maar ook alle zoogdier-embryo’s) voor de geboorte een andere lichamelijkheid hebben dan na de geboorte en dat de placenta en vliezen geen adnexen of secundinae zijn maar de prenatale functionele lichamelijkheid van embryo en foetus representeren.
Bovendien wordt – en dat kun je een wetenschapper zeker verwijten – ook een informatieve fout begaan door niet te vermelden of het gaat om een ‘leeftijd’ van 5-9 weken p.c.(na de conceptie) of om embryo’s van een zwangerschapsduur van 5-9 weken? Zoals iedereen weet zit daar een verschil van twee weken tussen.
Echt in de fout op het gebied van objectieve beeld- en meningsvorming gaat Dr. Fleischman als zij het getoonde materiaal betitelt als ‘zwangerschapsweefsel’. Zwangerschapsweefsel? Wat is dat nou weer? Ik hoor gynaecologen ook wel eens praten over ‘het zwangerschapsproduct’. Dan bedoelen ze het kind, de baby, de foetus, het embryo. Vreselijk! Echt een voorbeeld van neutraliserende, zogenaamd objectieve, reductionistisch terminologie. Klinisch verhullende eufemisme. Bovendien klinkt het alsof wij het product zijn van een zwangerschap? Huh? Volgens mij is het omgekeerd en induceert het kind, de ongeborene, een zwangerschap bij de moeder, toch? ‘Ben ik dus zwanger ‘(of, erger nog, ‘in verwachting van’) van ‘zwangerschapsweefsel’? Het hier introduceren van de term ‘zwangerschapsweefsel’ een soort truc die wel vaker wordt toegepast in dit soort discussies onder het motto “Als je het beestje niet bij de naam noemt, maar een vervangend minder expliciet etiket introduceert, helpt dat mensen vaak om iets gemakkelijker te accepteren”. Door een embryo of een ‘vrucht’ op een andere manier te benoemen, geef je het daarmee impliciet een andere ethische waardeoordeel en verbloem je tevens daarmee dat jij degene bent die het etiket hebt opgepakt. ‘Zwangerschapsweefsel’ is een heel wat neutralere en objectievere en abstractere term dan kindje, baby, vrucht, embryo. Juist in moderne reductionistische wetenschap worden heel vaak dingen gedefinieerd als eenvoudigweg “niets anders dan ..”. Etiketten zijn geen objectieve waarnemingen, maar zijn gedachten en interpretaties. Er zijn nogal wat ethici en biologen die een aantal decennia geleden bijvoorbeeld voor de eerste week van de embryonale ontwikkeling van de mens de term ‘pre-embryo’ hebben geïntroduceerd. Daarmee is bewust (althans dat neem ik aan) geprobeerd de eerste week te kwalificeren (diskwalificeren?) als nog-niet-embryo en daarmee nog-niet-menswaardig. Dat maakte het voor de fertiliteits-techneuten (overigens dus, ik geef het toe, een beladen etikettering van mijn kant!) makkelijker om zich te verweren tegen moeilijke vragen stellende ethici: “Het is nog geen mens waarmee ik hier experimenteer”. Er is alle reden toe om de zogenaamde eerste week van de menselijke embryonale ontwikkeling als een fase te beschrijven die uitdrukkelijk verschilt van de situatie in de tweede week van de embryonale ontwikkeling, dus na de innesteling. Zo bestaat het embryo bijvoorbeeld in die ‘eerste week’ nog min of meer onafhankelijk van het moederlijk organisme. Maar dat maakte deze fase nog niet tot een ‘nog-niet-embryo-bestaan’, en daarmee dus niet tot ‘nog-niet-menswaardig’.
‘Zwangerschapsweefsel’ is een verbloemend en opzettelijk geïntroduceerd eufemisme. Ik heb in mijn carrière als universitair docent wel eens te maken gehad met studenten, jonge vrouwen die mij om advies vroegen toen zij voor de keuze kwamen te staan om een “ongewenste zwangerschap wel of niet te beëindigen”. Ze hoopten altijd dat ik als deskundige een minder verontrustend beeld zou schetsen van het jonge vroege embryo (“Ach, het is een nog zo klein en nog zo onbeduidend en/of onvolkomen …”). Dat heb in ieder geval nooit gedaan. Het tegendeel ook niet. Ik meen dat ik in die gevallen altijd in alle eerlijkheid heb geprobeerd hen te helpen een zo concreet mogelijke afweging te kunnen maken. Dat is ook bijna altijd gelukt. Hetgeen dus echt niet altijd betekende dat zij van hun keuze voor abortus hebben afgezien. Ik heb geprobeerd hen te helpen bij hun beeldvorming en meningsvorming, de uiteindelijke besluitvorming was geheel hun eigen zaak. Mijn verantwoordelijkheid als deskundige, als docent, ligt bij de beeldvorming en daarbij dien ik mij, juist als wetenschapper, zeer bewust te zijn van het onderscheid met mijn interpretatie, mening of oordeel.
Overigens in dit kader nog iets over het geposte plaatje. In de foto meen ik duidelijk vier vruchtzakken te zien. Is de wetenschapper Fleischman zich wel bewust van dat het de vruchtzak van het embryo is die de zwangerschap oproept? Je kunt een zwangerschap niet afbreken (laat staan ‘onderbreken’), je kunt een embryo doden waardoor de zwangerschap beëindigd wordt. En dat is ook het eigenlijke functionele doel van abortus: niet om de zwangerschap beëindigen maar het embryo af te drijven. Het kind is ongewenst, de zwangerschap is in dit kader een soort van onvermijdelijk bijverschijnsel.
Dr Fleischmann beweert dat in de beeldvorming van rond abortus het item waarom het in feite gaat (namelijk het embryo) nog niet in zichtbaar is (“The most important perspective is literally absent from the imagery and discussion about abortion”). Alsof zichtbaar zijn te maken heeft met beeldvorming. Ik probeer in mijn cursussen Het Embryo in Ons en ook op mijn website uit te leggen dat je in de pro-en-contra-abortus discussie juist niet met argumentatie moet komen die uitgaat van wel of niet of nog-niet menswaardig zijn van een embryo. Biologisch gezien heeft het geen enkele betekenis om in een levend organisme fasen in de ontwikkeling te onderscheiden naar criteria van ‘nog-niet’, of van minder waardig, waarbij het uiteindelijke volwassen stadium als waarde bepalend en normgevend wordt beschouwd. Wij zijn geen machines die op een gegeven moment klaar zijn en dan beginnen te functioneren. Elk levend wezen moet tijdens zijn ontwikkeling voortdurend functioneren. Dat heet ‘autopoiese’ en is fundamenteel eigen aan levende wezens. De moderne biologie heeft mijns inziens nu toch echt wel aangetoond dat het kikkervisje echt niet een ‘minder’ stadium is dan de volwassen kikker (want zogenaamd ‘nog niet klaar’) en dat levende wezens verschijningen of emergenties en dat eerdere fasen niet te beschouwen zijn als een nog-niet-volwaardig stadium. De kikker komt niet ‘uit’ het kikkervisje, het kikkervisje is al (of: ook) een kikker. Een foetus is biologisch niet minder mens dan een pasgeborene, een embryo niet minder mens dan een foetus en zeker zijn er geen stadia die nog-niet-mens(waardig) zijn. Ja, natuurlijk kan men (moeten) discussiëren of zich een mening of oordeel aanmeten over toenemende beschermwaardigheid van het menselijk prenataal leven maar men kan die beschermwaardigheid niet meten of waarderen aan de hand van een vermeende gradering menswaardigheid of ‘menselijk zijn’. Dus kom dan niet met pseudowetenschappelijke biologische argumenten en zeker niet met emotioneel geladen begrippen als wel of niet zichtbaar zijn. Zichtbaarheid is bovendien ook nogal afhankelijk van het wel of niet dragen van een bril (…..) Of van het al dan niet gebruiken van de microscoop. Nogmaals, waar slaat dit op?
In de hierboven bijgevoegde afbeeldingen zijn ieder geval de ‘werkelijke’ afmetingen en aspecten van menselijke embryo’s van de leeftijd als bedoeld in the post afgebeeld. De daar vermelde leeftijden zijn, zoals gebruikelijk voor de embryoloog, p.c., dat wil zeggen dat wil zeggen gerekend vanaf de conceptie.
Toch kunnen er, ook als je een menselijk embryo van meet af van beschouwt als een volwaardige fase van een menselijk organisme, zich best situaties voordoen waarin misschien naar argumenten gezocht moet worden om een embryo te moeten doden. Dat heet embryocide. Vaak wordt mij aangerekend dat ik, omdat ik kennelijk een zogenaamd ‘pro live’ standpunt inneem als het gaat om de ethische en morele waardebepaling van een embryo, dus per definitie wel tegen abortus ben. Welnu, dat is niet het geval. Wel of niet ‘pro live’ zijn hoeft niet het standpunt in de weg te staan dat abortus in bepaalde noodgevallen wel degelijk nodig is of mogelijk moet zijn en dat de uiteindelijke beslissing daarover bij de vrouw ligt. Maar dit standpunt neemt niet weg dat ik zal blijven streven naar het voorkómen van abortus. “Help abortus de wereld uit” is en blijft mijn uitgangspunt. Want het gaat uiteindelijk toch om het beëindigen van een mensenleven en dat moet in principe vermeden en voorkomen worden. Ik wil er aan bijdragen dat mensen zich geen oordelen en meningen aanmeten of termijnen en grenzen definiëren gebaseerd op een onjuiste interpretatie (mijns inziens) van feitelijkheden. Aan vroege embryo’s de morele status toekennen van “het is nog maar klein en nog niet volkomen dus het is niet zo erg als het wordt geaborteerd” is mijns inziens van dezelfde kortzichtigheid als wanneer mensen menen een ouderpaar dat een vroeggeboorte of miskraam heeft moeten meemaken, te troosten met een soortgelijke waardebepaling ten aanzien van het te vroeg geboren kind. Nog steeds spreekt mijn dochter over het (voortijdig) verlies van haar kind als ze het heeft over haar te vroeg geboren vierde kind van 20 weken. Ik heb destijds met haar echt geen ‘zwangerschapsweefsel’ begraven en een naam gegeven. In haar medische status staat dat zij destijds “een foetus van 20 weken heeft gebaard”. Maar of deze zakelijke en medisch-wetenschappelijk correcte vermelding recht doet aan het drama van een moeder die haar kind verliest? Wat is de ‘echte’ werkelijkheid? In het rijtje van veelvoorkomende misinterpretaties van de morele status van het embryo hoort kennelijk nu ook het argument: “Je kunt het nog niet kunt zien, we halen alleen maar wat ‘zwangerschapsweefsel’ weg”. En dus is het vroege embryo het ethisch nog niet waard is om beschouwd worden als een slachtoffer van embryocide?
Ik noem dit wetenschappelijk je kop in het zand steken, bewust een bepaalde bril (of oogkleppen?) opzetten en in feite wegkijken van de werkelijkheid. Het is eigenlijk dus net zo vertroebelend als de gruwelijke plaatjes die anti-abortus-activisten vaak in stelling brengen en die vaak inderdaad helemaal niet het correcte beeld geven dat hoort bij het stadium waarom het bij een ‘tijdige’ abortus ook vaak gaat. Maar wat mij betreft behoort Dr. Fleischman ook afbeeldingen van embryo’s (plus de daarbij aangegeven afmetingen) uit de embryologische literatuur te tonen en vroege embryo’s niet te reduceren tot ‘niets anders dan wat zwangerschapsweefsel”. Want dat is óók een halve waarheid. Als je jezelf opzettelijk onkundig houdt van de complexiteit en functionaliteit van het menselijk embryo om dat dan vervolgens als een soort ethisch excuus te hanteren, doe je naar mijn mening de waarheid, de werkelijkheid geweld aan.
Ik zal hier maar toegeven dat het voor mij wel enigszins frustrerend dat de hier op Instagram geposte ‘waarheid’ nu al door meer dan 24.000 ‘bezoekers’ is gezien en geliked. Ik mag mij op mijn website www.embryo.nl in heel wat minder bezoek en instemming verheugen. Ik kan in dit geval echter niets anders concluderen dat het hier om een halve waarheid, onwetendheid en een pseudowetenschappelijke redenering gaat, alle deskundigheid van de auteur ten spijt.
Dus geachte lezer, ga ook eens keertje naar www.embryo.nl en neem eens kennis van andere wetenschappelijke zienswijzen. Misschien helpt het je om in te zien dat ‘pro live’ echt niet per se hoeft te betekenen dat je dus wel ’anti abortus’ bent (zoals mensen vaak oordelen over mijn ethisch standpunt over het ongeboren leven)’. Je wordt tegenwoordig als persoon die kanttekeningen plaatst bij en bezwaren heeft tegen abortus, onmiddellijk ook gecategoriseerd als anti-vrouw en anti-emancipatie. Het is ook echt van deze tijd dat je meteen gecategoriseerd en ingedeeld wordt bij de ‘tegen-partij’: een middenstandpunt innemen is nauwelijks nog geoorloofd. Iets dergelijks overkomt me ook vaak als het om de (neo)darwinistische opvattingen over afstamming en evolutie[1] gaat: je kunt alleen maar ‘voor Darwin‘ of ‘tegen Darwin’ zijn. Als je opmerkingen plaatst bij deze theorieën of deze niet op alle fronten onderschrijft – zoals ik in mijn cursussen doe, want dat is wat ik van het embryo heb geleerd over evolutie. Het embryo dat volgens Darwin “the weightiest argument of all” is voor zijn afstammingstheorie – dan wordt je onmiddellijk ingedeeld bij de orthodox-christelijke creationisten. Alsof er geen tussenpositie mogelijk is die beide standpunten met elkaar verbindt en recht doet. Evolutie en creatie hoeven elkaar over weer niet uit te sluiten. Dat is nu juist óók de tragiek die in het abortusverbod in die 13 staten in de VS verscholen zit: nergens wordt ook maar serieus gestreefd naar de mogelijkheid van compromis of tussenstandpunt. Zoals overal in het politiek Amerika is de dialoog, het compromis, het midden, geheel zoekgeraakt in de verharde polarisatie van Democraten en Republikeinen.
Dr, Schumacher: “I’ve seen, my entire career, that people come in having been shamed and judged. But now adding to that, criminalization is incomprehensible to me because essentially we are criminalizing a third of women in their reproductive years that end up in the situation”.
Hear hear. Helemaal mee eens. Ik strijd ook voor een abortusvrije wereld. Om elke embryocide te beschouwen als een criminele en te bestraffen daad, is net zo dom als elke soldaat die (vaak in opdracht van ons, of van onze natie) een ander soldaat doodt, als een crimineel te veroordelen en straffen,. Zo help je oorlog de wereld niet uit, zo help je ook abortus niet de wereld uit. Je kunt abortus best beschouwen als ‘cide’ (doding) zonder het altijd en qualitate qua als crimineel te moeten beschouwen. Menig ‘moordenaar’ wordt niet door een rechter als zodanig veroordeeld omdat zijn/haar daad met goede argument of als noodzaak te verdedigen bleek. Dat wil toch nog niet zeggen dat de rechter of de samenleving daarmee doden van een mens goedkeurt. Mijn slogan is: abortus, vaak helaas bittere noodzaak, soms pijnlijke onmacht of onkunde, maar altijd iets dat we de wereld uit moeten zien te krijgen. Niet door het te criminaliseren of te bestraffen of wettelijkl te verbieden maar door preventie en hulp te bieden in het geval dat het onontkoombaar lijkt. En ook niet door het verschrikkelijk dilemma (Wie moet er geboren worden? De vrouw of het kind?) met pseudowetenschappelijk argumenten uit de weg gaan en bijvoorbeeld te neutraliseren met niet ter zake doende criteria van menswaardigheid.
Er bestaat zeker zoiets als toenemend beschermwaardigheid van menselijk leven (en misschien ook wel afnemende) maar dat gaat over andere, maatschappelijk-ethische criteria en kun je niet baseren op zogenaamde wetenschappelijk biologische of antropologische argumenten van toenemende (en afnemende?) menswaardigheid. Het gaat niet om een keuze tussen een mens die ‘minder waard’ is en een mens die meer ‘waarde’ heeft. En het is niet alleen aan de vrouw, deze keuze en beslissing, het gaat ook om de ethische waarde die samenleving aan ongeboren kinderen toekent. Het kind is niet iemands eigendom waarover een ander mens naar eigen inzicht beslissen kan. Niemand bezit niemand. Dat is in feite mensheidsgrondrecht nummer één, ook het kind heeft recht op een veilig bestaan. De visie dat mannen vrouwen zwanger maken of dat ouders samen hun kind maken en daarmee bezitten, is al een eeuwen een misvatting die allang door voortschrijdend wetenschappelijk inzicht achterhaald had moeten zijn. Kinderen komen door ons, niet van ons. Men moet wel beseffen wat men doet als men een ‘vrucht’ (bekend en veel gehanteerd eufemisme), een embryo, een kind aborteert. Dan nog is het mogelijk dat te (moeten) doen en dienen vrouwen (en mannen) daarin bijgestaan te worden. Maar niet eerst het kind ontwaarden als ’klompje cellen’ of als ‘vrucht’ of ‘zwangerschapsproduct’ en dergelijke eufemismen en het daarmee buitenspel zetten om dan vervolgens de handen in onschuld te kunnen wassen. Mijn probleem (waar ik nog lang niet altijd even eenduidig een keuze in kan maken) is dat zowel bij de absolute voorstanders van de keuzevrijheid van de vrouw als bij de mordicus tegenstanders die diezelfde vrouw criminaliseren en in de kou laten staan, dat bij beide partijen het kind eerst weg-gemanipuleerd wordt en geen recht van zijn wordt toegedacht. Hoe je denkt over de dingen, bepaalt wat je daden zijn. De vele vrouwen die later in hun leven komen te zitten met de traumatische verwerking van hun gemaakte keuze voor abortus van weleer (want die zijn er ook in groten getale), zijn er ‘het bewijs’ van dat abortus niet iets is dat lichtvaardig moet worden gekozen of toegestaan noch lichtvaardig verboden en gecriminaliseerd.
Ik ben het helemaal eens met de slogan; “Criminalizing abortion does not stop abortion, it just makes abortion less safe”.
Ik weet dat schermen en koketteren met je vermeende academische titels ook vaak een truc is om je argumenten kracht bij te zetten en mensen van je gelijk te overtuigen. Ik maak mij daaraan ook wel eens schuldig, zeker als ik nu ik dit essay onderteken met: I am Jaap van der Wal MD PhD, emeritus senior lecturer of anatomy and embryology, UM, Maastricht, The Netherlands and have been teaching human embryonic development for 40 years. Look at www.embryo.nl.
Oktober 24, 2022
Jaap van der Wal MD PhD
www.embryo.nl
jaapvanderwal@embryo.nl
Version: 3 november 2022
[1] Overigens is evolutie geen ‘theorie’ maar feit, afstamming is dat wel.