De Kracht van het Midden – Het embryo als gestalte in de tijd. Een interview met Jaap van der wal. In: Seizoener Nr Maart 2013 door Evelien Nijeboer: “Het lichaam is een concreet en voortdurend scheppingsverhaal”.
Inleiding
Mineraal, plant, dier
Tijdens de groei als embryo gaan we door een mineraal, een plantaardig en een dierlijk bestaan heen. In de eerste week is een menselijk embryo nog een soort ‘mineraal’: een klompje cellen dat vrij en al groeiende in de eileider zweeft – als een planeet of ruimtescheepje in de kosmos. Van het lichaam dat we nu van onszelf kennen is op dat moment nog geen sprake. Volgens Jaap is het embryo een organisme en niet slechts een hoopje cellen – het héle embryo is ons ‘lichaam’, dus ook dat wat later de placenta zal worden. In de tweede week, met het innestelen, volgt een plantaardig stadium en ontstaan er ondermeer twee ‘polen’. Het embryo wortelt zich als het ware in de baarmoederwand en krijgt van binnen een holte. In dit ‘wortelgebied’ vindt de stofwisseling plaats en vanuit de holte wordt er vormgegeven. Deze tweepoligheid lijkt op de organisatie van een plant. In de holte groeit aan de ‘wortelpool’ vervolgens een zelfstandig centrum of midden, waaruit ons latere lichaam gevormd zal worden. Daarmee volgt dan het derde, dierlijke embryonale stadium.
Mens en dier
Jaap: ‘In de derde week van de zwangerschap gaat het embryo onmiskenbaar door een dier-zijn heen. Je ziet een staart, kieuwen, een snuit. Maar het is een stadium, we gaan eraan voorbij.’
Nieuwsgierig geworden? Lees verder via onderstaande link.