AA ARTIKEL Grundzüge einer phänomenologischen Embryologie – 2005 DE

  

Grundzüge einer phänomenologischen Embryologie. Von Jaap van der Wal und Guus van der Bie. Eine Bearbeitung diese Textes ist erschienen in Inge Krens/Hans Krens (Hg.), Grundlagen einer vorgeburtlichen Psychologie, Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen, 2005

Inleiding

Embryonaal gedrag – gedrag in vormen Als de prenatale psychologie spreekt over prenataal bestaan of prenatale ervaring, dan is dat meestal meestal verwezen naar het foetale bestaan. Vanuit biologisch oogpunt omvat het prenatale leven echter ook de fase van het embryonale leven die bestaat uit organogenese en somato-genese. De foetus verschilt van het embryo doordat zijn lichaamsplan met alle orgaansystemen in principe al volledig gevormd is, terwijl dat bij het embryo nog in ontwikkeling is. Rond de tiende week van de zwangerschap wordt een embryo een foetus. In de prenatale psychologie wordt aangenomen dat transformaties of variaties van de vroegste prenatale ervaringen in latere levensfasen opnieuw kunnen worden beleefd, zelfs die welke plaatsvonden voordat ons zenuwstelsel zich ontwikkelde. Een conventionele embryoloog zou kunnen tegenwerpen dat men nog niet kan spreken van geestelijk functioneren in het embryo omdat het slechts een eenvoudig of primitief zenuwstelsel heeft dat nog in ontwikkeling is. De controversiële vraag is hier of een embryo in staat is te “ervaren” en gemotiveerd te handelen, als men aanneemt dat zielsleven en gedrag alleen mogelijk zijn met een functionerend zenuwstelsel. Een uitweg uit dit dilemma kan worden geboden door de definitie van “gedrag”. Men kan het gedrag van levende organismen ook definiëren aan de hand van hun vorm, de voortdurend veranderende morfologische verschijningsvorm (Van der Bie 2001). Een organisme vertegenwoordigt altijd een eenheid van vorm, functie en omgeving die voortdurend verandert in de tijd (Rose 1998). De bloem in de vaas is niet de bloem. In het beeld dat men ervan heeft, moet men de factor tijd opnemen: van zaad tot plant, tot knop, tot bloem, tot verwelking, enzovoort. Het organisme vertoont gedrag in morfologische zin, lang voordat het naar buiten treedt, als het ware een acteur wordt; het vertoont gedrag door zijn vormen, zijn lichaamsorganisatie en zijn vorm. Wilt u meer lezen?

Open de onderstaande link.